Kruising van honden: 7 populaire misvattingen

We zouden de jaren 2020 wel het 'doodletijdperk' kunnen noemen. Designerrassen, met name poedelkruisingen ('doodles', naar het Engelse 'poodle'), zijn populairder dan ooit tevoren.
Veel van deze rassen worden beschouwd als de perfecte gezinshond: ze zouden het juiste formaat hebben om in huis te leven, geen haar verliezen, een geweldig temperament hebben, super leuk en meegaand zijn enz. En voor een deel van de doodles is dat zeker allemaal waar, maar …
Ondanks de toegenomen populariteit van deze geweldige honden met krulhaar en een hele resem andere kruisingen – allemaal met hun eigen verzonnen rasnaam, om de indruk te wekken dat het gaat om een echt ras – doen er heel wat misvattingen en broodjeaapverhalen de ronde over hun geschiktheid als gezelschapshond. Vele daarvan zijn toe te schrijven aan een gebrek aan elementaire kennis van de genetica van honden.
In dit artikel vind je alle nuttige informatie over het kruisen van honden en wat precies het verschil is tussen een kruising en een raszuivere hond!
Wat is een raszuivere hond?
Raszuivere honden hebben ouders en grootouders die tot hetzelfde ras behoren. Hun afstamming kan gemakkelijk worden nagegaan. Rasverenigingen vereisen meestal dat een hond voor minstens 87,5 % tot een bepaald ras behoort, om als raszuiver beschouwd te kunnen worden.
Wat is een kruising?
Een kruising heeft ouders van verschillende rassen. Daarbij kan het gaan om twee of meer rassen, maar bij een kruising zijn de rassen van de ouders meestal bekend. Dat onderscheidt hen van de bastaardhonden waarvan de rassen van de ouderlijnen niet bekend/niet gedocumenteerd zijn.
Rashond vs. kruising – wat zijn de verschillen?
Zoals al vermeld is een rashond een hond waarvan de afstamming getraceerd kan worden en de ouders en grootouders tot hetzelfde ras behoren. Een kruising is een hond waarvan de ouders tot verschillende rassen behoren, maar deze rassen zijn bekend en/of gedocumenteerd.
Voor we ingaan op de misvattingen over gekruiste honden, is het belangrijk dat je weet wat je kunt verwachten van een rashond of een kruising. Hieronder beschrijven we de verschillen tussen de twee.
Raszuivere hond – wat kun je verwachten?
Als je een raszuivere hond koopt, heb je het voordeel dat je min of meer weet wat je krijgt. Een van de voorwaarden om erkend te worden als ras, is dat de nakomelingen dezelfde eigenschappen hebben als de ouders ('true to type'). Dat wil zeggen dat je bij de aankoop van een rashond weet:
- hoe hij er zal uitzien;
- hoe groot hij zal worden;
- hoeveel lichaamsbeweging hij nodig heeft;
- hoeveel lichaamsverzorging hij nodig heeft;
- hoe sterk hij zal verharen;
- hoeveel hij zal blaffen;
- hoe zijn persoonlijkheid zal zijn (ongeveer, want alle honden zijn individuen en ze hebben allemaal hun eigen karakter).
Met raszuivere honden geldt dus "what you see is what you get"!
Welk uiterlijk kun je verwachten bij een kruising?
Je kunt wel geïnformeerd gissen, maar het blijft een gok hoe je gekruiste hond er zal uitzien (en hoe hij zich zal gedragen). Het probleem wanneer je twee totaal verschillende rassen kruist, welke chique naam je er ook aan geeft, is dat de nakomelingen niet 'true to type' zijn. Je krijgt een heel gamma uiterlijken, vachttypes, temperamenten en persoonlijkheden. Als je zo'n puppy in huis neemt, wordt het vaak een ontdekkingsreis – en eentje met onvoorspelbare wendingen.
7 populaire misvattingen over kruisingen rechtgezet
Er doet veel verkeerde informatie de ronde over het kruisen van honden, gaande van de persoonlijkheidskenmerken tot de prijs die je ervoor betaalt. Het is moeilijk te weten wat je kunt geloven. Als je dus overweegt om een kruising in huis te halen, lees dan zeker verder om te weten te komen welke misvattingen er heersen, zodat je een geïnformeerde beslissing kunt nemen.
Een poedelkruising kan verharen
Het allereerste designerras, de labradoodle, was bedoeld als niet-verharende assistentiehond, zodat de hulpbehoevende eigenaars een zorg minder zouden hebben wat betreft de verzorging van hun hond. Het niet-verharen wordt nog altijd als argument gebruikt om doodles aan te prijzen, maar, we kunnen het niet genoeg herhalen, de resultaten van de genetische loterij zijn onvoorspelbaar!
Ja, poedels verharen niet (daarom moeten ze getrimd worden – wat dan weer geld kost), maar veel van de rassen waarmee ze vaker gekruist worden, verharen sterk en iedere puppy kan de vacht van de poedel erven of ook de vacht van de andere ouder (of iets daartussen). Het is dus mogelijk dat de kruisingpup weinig verhaart, maar ook dat hij heel veel verhaart!
Bovendien kan de combinatie van de twee vachten tot gevolg hebben dat de vacht van sommige pups heel gemakkelijk te onderhouden is, terwijl die van andere pups uit hetzelfde nest een nachtmerrie is, aangezien de haren wel loskomen, maar de krullen verhinderen dat ze uit de vacht vallen, waardoor knopen ontstaan. Alle trimmers kunnen horrorverhalen vertellen van poedelkruisingen die knopen hadden tot op hun huid en daarom kaalgeschoren moesten worden!
Dus wat betreft vachttype en vachtverzorging weet je niet wat je krijgt (en je kunt het ook niet aan de puppy zien, want de puppyvacht is nog niet de volwassen vacht).
Hypoallergeniteit is nooit gegarandeerd bij het kruisen van honden
Veel poedelkruisingen worden naar het asiel gebracht omdat ze gekocht zijn voor een allergisch gezinslid en uiteindelijk evenveel verharen als elke andere hond. Ze hebben hun vachttype geërfd van hun niet-poedel-ouder. Een kruising is echt een riskante aankoop voor mensen met een allergie, want je kunt nooit zeker zijn van een hypoallergene vacht.
Nu wordt het nog moeilijker. Iedere individuele hond is anders, net als wij mensen allemaal anders zijn. Bij raszuivere honden kun je een groot deel van de persoonlijkheid van de hond voorspellen door te kijken naar de doeleinden waarvoor het ras oorspronkelijk gefokt werd. Dat kan een eerste aanwijzing zijn voor de activiteiten waarvan je hond zal houden, hoeveel lichaamsbeweging en mentale stimulatie hij nodig heeft ... en in sommige gevallen wat zijn sterke en zwakke punten zullen zijn.
Je weet bijvoorbeeld dat een bordercollie heel energiek zal zijn, veel lichaamsbeweging en denkspelletjes nodig heeft, en fel kan reageren op beweging of externe stimulansen. Daartegenover staat de greyhound, de Formule 1-auto van de hondenwereld. Dat zijn sprinters, geen langeafstandslopers. Na 20 minuten rennen, rusten ze graag uit op de sofa voor de rest van de dag.
Als je twee honden met een zeer verschillende persoonlijkheid en ander in het DNA verankerd gedrag met elkaar kruist, is het moeilijk te weten wat het resultaat zal zijn. En een acht weken oude puppy geeft dat nog niet prijs!
Bovendien zijn sommige genetisch ingebakken gedragingen niet goed te combineren. Als men bijvoorbeeld een retrieverras (een ras dat dus ontwikkeld werd om aangeschoten wild te gaan halen en over grotere afstand naar de jager te brengen – waarvoor de hond dus enerzijds bezitterig moet zijn, maar anderzijds zijn vangst toch met plezier moet afgeven aan zijn eigenaar) kruist met een ras dat competitiever is aangelegd, kan er een hond ontstaan die zijn vangst liever bij zich houdt en bewaakt dan afgeeft aan zijn eigenaar.
De kruising heeft mogelijk niet het uiterlijk dat je verwacht
Net als met de vachttypes kun je niet op voorhand weten wat de combinatie van de lichaamsbouw en andere uiterlijke kenmerken van de twee rassen zal opleveren in één puppy. Als je kijkt naar een nestje van een designerras – of nog beter naar de volwassen honden uit één zo'n nest – zul je waarschijnlijk niet veel gelijkenis zien. Sommige cockapoos zien eruit als een spaniël, andere lijken meer op een poedel, en andere meer iets daartussen. Grootte, vorm, vacht, kleur … zijn allemaal variabel.
Dat betekent dat je niet kunt voorspellen hoe je puppy zal uitgroeien. Je kunt dus niet weten hoeveel vachtverzorging hij zal nodig hebben in de toekomst of hoe hij zich zal gedragen.
En om het allemaal nog gecompliceerder te maken, is een kruising vaak groter dan beide ouders!
Kruisingen zijn niet goedkoper dan raszuivere honden (noch zeldzamer)
Een beetje opzoekwerk volstaat om erachter te komen dat dergelijke kruisingen, die aan de man gebracht worden als 'designerpuppy's', niet goedkoper zijn dan raszuivere honden. Je zult er zelfs vaak honderden of duizenden euro's meer voor moeten neertellen. Een designernaam kan veel doen ...!
Toch zijn deze designerhonden niet zeldzaam! Integendeel, de meeste van deze kruisingen zijn extreem populair. Als een kruising echt weinig voorkomt, is dat bijna zeker omdat het kruisen van die twee rassen zo'n slecht idee is, dat maar weinig mensen op het idee komen dat te doen.
Kruisingen zijn niet noodzakelijk mensvriendelijker dan hun ouders
Er zijn mensen die denken dat men door twee hondenrassen te kruisen, een hond krijgt die beter is dan elk ouderras op zich, een hond die zowel van de moeder als van de vader de meest gewenste kenmerken heeft overgekregen. Maar dat is een misvatting, want dat is niet hoe erfelijkheid werkt! Net zoals het vachttype en andere uiterlijke kenmerken kan de nakomeling een mix van eigenschappen van beide ouders erven, zonder dat te voorspellen is van welke ouder hij welke eigenschap zal erven.
Als je een bepaalde eigenschap niet wilt in jouw hond, moet je niet proberen die af te zwakken door te kruisen met een andere hond en dan hopen dat je het resultaat verkrijgt dat je wilt ... Dan moet je gewoon geen puppy kopen van een ouder met die eigenschap!
Kruisingsvoordeel wordt niet altijd gerealiseerd bij honden
Wanneer het gaat om gezondheid, wordt vaak gezegd dat kruisingen gezonder zijn. Er wordt gesproken van 'kruisingsvoordeel' (in wetenschappelijke taal 'heterosis' of 'hybride kracht'), om mensen ervan te overtuigen dat het kruisen van twee verschillende rassen de gezondheidsproblemen van de twee rassen voorkomt.
Het is algemeen geweten dat veel hondenrassen kampen met gezondheidsproblemen. Heel rudimentair kan men stellen dat wanneer men blijft fokken met bloedverwanten en de genenpool blijft verkleinen voor een bepaald ras of een lijn (stamboom), de gezondheid uiteindelijk begint achteruit te gaan. De vruchtbaarheid neemt af, de levensverwachting daalt, de nestjes worden kleiner, de moeilijkheden bij de geboorte nemen toe en de algemene vatbaarheid voor gezondheidsproblemen stijgt. Dan kan men de genenpool vergroten door te fokken met nieuw bloed en als bij wonder wordt alles dan beter. Dat is wat men bedoelt met 'kruisingsvoordeel'. Maar klopt dat wel?
Wel, niet noodzakelijk.
Je zou bijvoorbeeld een bichon frisé kunnen kruisen met een dwergpoedel (bichoodle?), maar die twee rassen hebben aanleg voor dezelfde erfelijke gezondheidsproblemen. Het kruisen van deze rassen kan enig kruisingsvoordeel inhouden, maar vermijdt de verdubbeling van de genetische aanleg voor die specifieke aandoeningen niet.
Hybride kracht kan zich ook voordoen wanneer een nieuwe lijn wordt geïntroduceerd. Daarom maken hondenkwekers in hun fokprogramma vaak gebruik van honden van een andere wereldregio. Het gaat dan om honden van hetzelfde ras, maar zonder gemeenschappelijke voorouders in de laatste twintig of meer generaties, wat ook een kruisingsvoordeel kan opleveren.
Als de twee rassen die gekruist worden, drager zijn van verschillende erfelijke ziektes worden de zaken nog gecompliceerder. Als een van de ouders bijvoorbeeld drager is van aandoeningen A en B en de andere ouder van aandoeningen A en C, kunnen de nakomelingen aandoening A, B of C hebben – of ook al deze aandoeningen!
Bij rashonden van een erkend fokker heb je meer zekerheid. Om een stamboom te krijgen voor zijn pups, moet de fokker zich houden aan een fokprogramma, dat per ras is vastgelegd. Dergelijke fokprogramma's omvatten onder andere verplichte gezondheidstests, om bijvoorbeeld te voorkomen dat er gefokt wordt met twee honden met dezelfde aandoening. Fokkers van kruisingen zouden in feite dezelfde regels moeten volgen, maar weinigen onder hen doen dit.
De nieuwe designerrassen worden niet erkend als hondenras en er zijn dus nog geen rasverenigingen die toezien op gezonde fokpraktijken. Dat betekent echter niet dat er geen fokkers zijn die zich inspannen om ethisch verantwoord te fokken en dezelfde standaarden na te leven.
Moet je kiezen voor een raszuivere hond of voor een kruising?
De hond is van oudsher de trouwe begeleider van de mens. Vroeger was de geliefde gezinshond veelal een vuilnisbakkenras. Veel volwassenen hebben mooie herinneringen aan de fantastische bastaardhond die ze als kind als huisdier hadden – en bastaardhonden zijn nog altijd fantastisch.
Kruisingen ontstonden vroeger meestal organisch: twee honden uit de buurt paarden en kregen een nestje. Je wist welke honden de ouders waren (waarschijnlijk zelf kruisingen of bastaardhonden), maar je had geen idee hoe de puppy's zouden uitgroeien – maar dat maakte het net zo leuk. Dergelijke bastaardhonden zijn meestal perfect geschikt voor de omgeving waarin ze geboren worden en zijn geweldige gezelschapshonden.
Het wordt pas een probleem wanneer iemand uit geldbejag met opzet twee rassen kruist en beweert dat het een nieuw ras is, met een hippe nieuwe naam, dat zich op een bepaalde manier zal gedragen en een bepaald uiterlijk zal hebben, er een belachelijk prijskaartje aan hangt en vervolgens allerlei andere beloftes verbindt aan het 'nieuwe ras'!
Als je wilt weten wat je in huis haalt en niet van verrassingen houdt, ga dan voor een erkend ras. Als je wel een gokje wilt wagen en als alle mogelijke eigenschappen van de rassen van de ouders (en grootouders!) bij jou welkom zijn, kun je kiezen voor een kruising.
Wat je ook beslist te doen, vergewis je ervan dat je hond afkomstig is van een betrouwbare bron en verwacht niet dat een designerras super bijzonder is. Per slot van rekening is iedere hond op zich toch heel bijzonder, of niet soms? Zie je het helemaal zitten om hondenbaasje te worden? Raadpleeg dan nu onze Hondenraswijzer!