Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.
Your Pet, Our Passion.

Australische veedrijvershond

Deze compacte, middelgrote, gespierde hond is volgroeid 46-51 cm hoog (reuen) of 43-48 cm hoog (teven) en weegt tussen de 17 en 23 kg. De vacht kan allerlei kleuren hebben: blauw, taankleurig, zwart, rood en alle combinaties daarvan. Meer informatie vind je in de rasstandaard.

Wat u moet weten :
  • Hond die geschikt is voor baasjes met ervaring
  • Uitgebreide training nodig
  • Gaat graag actief wandelen
  • Gaat graag een of twee uur per dag wandelen
  • Middlematige hond
  • Een beetje kwijl
  • Moet wekelijks verzorgd worden
  • Geen hypoallergeen ras nodig
  • Kletsende en vocale hond
  • Waakhond. Blaft, verwittigt en beschermt fysiek.
  • Moet misschien getraind worden om met andere dieren samen te wonen.
  • Moet misschien getraind worden om met kinderen samen te wonen.

Persoonlijkheid

De Australische veedrijvershond is van nature wantrouwig richting onbekenden en heeft een sterk waakinstinct. Daarom is vroege en uitgebreide socialisatie erg belangrijk. Het wordt aanbevolen om de hond al vroeg aan te leren dat hij niet mag bijten, aangezien ze kunnen bijten als ze overenthousiast zijn. Deze hond is trouw aan zijn gezin, maar vraagt ook veel aandacht, en is daarom het beste af bij ervaren baasjes.

Oorsprong

Land van herkomst: Australië

In de 19e eeuw gingen collies met veehoeders mee naar Australië. Er was echter behoefte aan een sterker ras voor de ruige omstandigheden en het lastige vee. Daarom werden er gedurende zestig jaar verschillende honden met verschillende eigenschappen gekruist, waaronder de dingo, verschillende collies en herdershonden, de kelpie, dalmatiër en de bulterriër. Aan het einde van de 19e eeuw werd er een hond geproduceerd die vee kon hoeden (door ze in de hielen te happen), met mensen kon werken, eigen initiatief toonde en de elementen kon weerstaan - zowel extreme regen, als kou en hitte.