De Zweedse Vallhund geniet over het algemeen een robuuste gezondheid. Maar net als veel andere rassen kunnen ze last hebben van erfelijke oogaandoeningen en heupdysplasie (die de mobiliteit kunnen verstoren). Daarom is het belangrijk om de ogen en heupen van honden te laten onderzoeken voordat ze gaan fokken.
- Hond die geschikt is voor baasjes met een beetje ervaring
- Enige training nodig
- Gaat graag actief wandelen
- Gaat graag een of twee uur per dag wandelen
- Middlematige hond
- Een beetje kwijl
- Moet om de dag verzorgd worden
- Geen hypoallergeen ras nodig
- Hond die veel blaft
- Waakhond. Blaft en verwittigt.
- Moet misschien getraind worden om met andere dieren samen te wonen.
- Moet misschien getraind worden om met kinderen samen te wonen.
Persoonlijkheid
De Zweedse vallhund is van nature een waakhond. Hij is vriendelijk en benaderbaar, is zeer goed te trainen en een echte gezinshond, een trouw gezelschapsdier voor zijn baasjes. Als hij te lang alleen is, of onvoldoende beweging en aandacht krijgt, gaat hij blaffen en wordt hij destructief, net als veel andere honden.
Oorsprong
Dit ras wordt ook wel de Zweedse herder genoemd en is waarschijnlijk bijna duizend jaar oud. Hij is mogelijk verwant aan de pembroke welsh corgi, een ander oeroud ras dat werd gebruikt om vee te hoeden. In zijn thuisland heet de Vallhund 'Västgötaspets', wat 'keeshond van de West-Gotland' betekent. Ondanks het feit dat dit ras al lang bestaat, stierf het bijna uit rond 1940. Dankzij twee toegewijde fokkers heeft het ras het toch overleefd.