Zoals de meeste rassen kan de Ierse Setter last hebben van verschillende erfelijke oogaandoeningen en heupdysplasie (die de mobiliteit kunnen verstoren). Daarom is het belangrijk om de ogen en heupen van honden te laten onderzoeken voordat ze gaan fokken. De Ierse Setter is ook vatbaar voor spijsverteringsstoornissen.
- Hond die geschikt is voor baasjes zonder ervaring
- Enige training nodig
- Gaat graag uitgebreid wandelen
- Gaat graag meer dan twee uur per dag wandelen
- Grote hond
- Een beetje kwijl
- Moet om de dag verzorgd worden
- Geen hypoallergeen ras nodig
- Rustige hond
- Geen waakhond
- Moet misschien getraind worden om met andere dieren samen te wonen.
- Een echte gezinshond
Persoonlijkheid
De goed gefokte, goed gesocialiseerde en goed getrainde Ierse setter is een buitengewoon lief en aanhankelijk gezinsdier. Als ze het huis met een kat delen, is het erg belangrijk dat ze op jonge leeftijd al kennismaken met katten en dat de kennismakingen goed worden begeleid. Deze hond is zo lief dat het geen goede waakhond is, hoewel hij bezoekers altijd zal aankondigen. De Ierse setter blijft gedurende zijn hele leven vrij speels, een van zijn meest geliefde karaktereigenschappen.
Oorsprong
Land van herkomst: Ierland
De Ierse setter is de oudste variant uit de settergroep, ouder dan de gordon en de Engelse setter. Waarschijnlijk stamt dit ras af van de oude spaniëls, setting spaniëls en Schotse setters. In 1882 werd de Irish Red Setter Club opgericht in Dublin, gevolgd door het fokprogramma van de Graaf van Enniskillen, die de kenmerkende effen rode vacht ontwikkelde. In de jaren veertig stierf het ras bijna uit door een vorm van blindheid (progressive retinal atrophy, PRA). Dankzij de ontwikkeling van een DNA-test die de dragers kon identificeren, heeft het ras zich hersteld en komt PRA nog maar nauwelijks voor.