Zoals de meeste rassen wordt de Ierse roodwitte setter soms getroffen door erfelijke oogaandoeningen en heupdysplasie (die de mobiliteit kunnen verstoren). Daarom is het belangrijk om de ogen en heupen van honden te laten onderzoeken voordat ze gaan fokken. De Ierse rood-witte setter is ook vatbaar voor spijsverteringsstoornissen.
- Hond die geschikt is voor baasjes zonder ervaring
- Enige training nodig
- Gaat graag uitgebreid wandelen
- Gaat graag meer dan twee uur per dag wandelen
- Grote hond
- Een beetje kwijl
- Moet om de dag verzorgd worden
- Geen hypoallergeen ras nodig
- Kletsende en vocale hond
- Geen waakhond
- Gaat goed samen met andere dieren.
- Een echte gezinshond
Persoonlijkheid
Dit is een vriendelijke, volgzame, opgewekte hond die een vrolijk en aanhankelijk gezelschapsdier is, maar ook een enthousiaste werker. De Ierse rood-witte setter is energiek en heeft een actief baasje nodig die hem voldoende beweging kan bieden.
Oorsprong
De Ierse rood-witte setter is verwant aan de Ierse (rode) setter en bestond al in de 18e eeuw. Waarschijnlijk kwam hij al eerder voor, want in de 16e eeuw werd er al geschreven over rood-witte jachthonden. Setters, vooral de rood-witte, waren in de 17e en 18e eeuw populaire sporthonden onder de landadel. Aan het einde van de 19e eeuw werd de rode setter echter populair en stond de rood-witte op het punt om uit te sterven. Dankzij toegewijde fokkers werd dit ras na de Eerste Wereldoorlog nieuw leven ingeblazen.