De kortharige foxterriër is over het algemeen een zeer robuust ras. Zoals veel kleine hondenrassen kan hij echter last hebben van instabiliteit van de knieschijf en bepaalde erfelijke oogaandoeningen. Systematische oogtesten bij fokhonden worden daarom aanbevolen.
- Hond die geschikt is voor baasjes met een beetje ervaring
- Enige training nodig
- Gaat graag actief wandelen
- Gaat graag een uur per dag wandelen
- Kleine hond
- Een beetje kwijl
- Moet wekelijks verzorgd worden
- Geen hypoallergeen ras nodig
- Hond die veel blaft
- Waakhond. Blaft en verwittigt.
- Moet misschien getraind worden om met andere dieren samen te wonen.
- Moet misschien getraind worden om met kinderen samen te wonen.
Persoonlijkheid
De gladharige foxterriër is meestal een dappere, moedige hond die nergens bang voor is. Maar hij hoeft niet bang te zijn voor zichzelf, want hij is erg vriendelijk, zeker naar zijn baasjes. Zoals te verwachten is van een werkterriër, is deze hond gek op graven, dus zet je waardevolle planten buiten zijn bereik. Hij is erg blij met zijn eigen kuil, waar hij naar hartenlust speeltjes of botten kan opgraven.
Oorsprong
De gladharige foxterriër werd in de 19e eeuw ontwikkeld uit verschillende rassen, waaronder de black-and-tan-terriër en de bulterriër. Hij werd gefokt om vossen te vinden en uit hun holen te drijven, zodat de jachthonden en jagers verder op ze konden jagen. Hij werd ook gebruikt om ongedierte te doden. Oorspronkelijk bestond het ras als foxterriër met twee varianten, de draadharige en de gladharige. Deze twee soorten werden in het begin gekruist, maar worden nu als apart ras gezien, met elk hun eigen rasstandaard.