Ceskyterriër

Deze nationale hond van Tsjechië, een relatief recent ras, werd in 1949 geselecteerd door Frantisek Horak, fokker en geneticus. De heer Horak hield van jagen en besloot de Schotse Terriër te kruisen met een Sealyham Terriër om een ​​kleinere hond te verkrijgen die in roedels kon werken en in holen kon sluipen die ontoegankelijk waren voor de Schotse en de Sealyham. De Tsjechische Terriër is gewend om op vrijwel alles te jagen, van vossen tot wilde zwijnen en konijnen!

De Tsjechische Terriër is over het algemeen een gezonde hond. Zoals de meeste kleine rassen kan hij soms instabiliteit van de patella ervaren.

De Tsjechische Terriër heeft ongeveer een uur beweging per dag nodig. Zijn jachtinstinct kan worden gewekt als hij vrij rondloopt; het is noodzakelijk om het te trainen om het terug te roepen voordat het op openbare plaatsen wordt vrijgegeven.

Kleine honden hebben een snelle stofwisseling: ze verbranden veel energie en hun kleine maag dwingt hen om vaak en in kleine hoeveelheden te eten. Een voeding voor zeer kleine honden moet alle essentiële voedingsstoffen in de juiste hoeveelheden bevatten en de grootte van de brokjes moet aangepast zijn aan die van de kaken. Het stimuleren van kauwen verbetert ook de spijsvertering.

De middellange, licht golvende vacht vergt nogal wat onderhoud, maar niet zoveel als de meeste terriers die met de hand verzorgd moeten worden. De Tsjechische Terriër moet elke 6 tot 8 weken worden geknipt en minstens één keer per week worden geborsteld, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de lange haren op het hoofd, de benen en de buik.

Hoewel bekend is dat veel honden sociaal zijn met kinderen, moeten zowel honden als kinderen leren elkaar te begrijpen, elkaar te respecteren en elkaar geen pijn te doen. Honden en jonge kinderen mogen sowieso niet alleen gelaten worden en volwassenen moeten toezicht houden op al hun interacties.