De bordeauxdog heeft een grote, brede, ronde kop met veel rimpels. Hij heeft een stevige, gespierde nek en een lichaam met een diepe, brede borst. De vacht van de bordeauxdog is kort, voelt zacht aan en kan alle tinten reebruin zijn. Volwassen reuen hebben een schofthoogte van 60-68 cm en wegen minimaal 50 kg. Volwassen teven zijn 58-66 cm hoog en wegen minimaal 45 kg.
Bordeauxdogs hechten zich aan hun gezin en zijn niet graag lang alleen. Ze beschermen hun familie en territorium indien ze een bedreiging waarnemen. Als ze goed gefokt, gesocialiseerd en getraind worden, kunnen ze goed overweg met kinderen en andere huisdieren. Ze stellen hun baasje graag tevreden en moeten op een consistente en rustige manier worden getraind.
Land van herkomst: Frankrijk
De bordeauxdog is een eeuwenoud ras uit Frankrijk, en stamt waarschijnlijk af van de Romeinse molosser. Ze werden in de 12e eeuw op Franse landgoederen gebruikt om op varkens, everzwijnen, wolven en beren te jagen. In de middeleeuwen werden ze gebruikt om vee te drijven. Ze werden zelfs ingezet in de oorlog en om vee te beschermen, en werden ook gebruikt voor hondengevechten. In de 20e eeuw werd het ras minder populair, maar er zijn er nu weer steeds meer van.
