De airedaleterriër is de koning der terriërs en de grootste hond binnen de terriërgroep. Volwassen reuen worden 58 tot 61 cm hoog en teven 56 tot 59 cm. Reuen wegen ongeveer 25-28 kg en teven rond de 21-23 kg, afhankelijk van hun bouw. Deze gedrongen hond heeft een gespierd lijf en een ruwe, draadharige vacht die zwart/schimmel (zadelpatroon) en taankleurig is.
In vergelijking met de meeste terriërsoorten is de airedale zelfverzekerd, brutaal en extravert. Het is een vriendelijke, energieke hond die snel leert en het goed doet tijdens trainingen, bijvoorbeeld behendigheidsspelletjes of gehoorzaamheidstraining, thuis of op een cursus.
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
De airedaleterriër stamt af van de inmiddels uitgestorven black and tanterriër. Hij werd ontwikkeld in de 19e eeuw in het rivierengebied van de Aire, Wharfe en Calder in Yorkshire (Verenigd Koninkrijk), door otterjagers die een jachthond wilden die ook als waakhond diende. Grote terriërsoorten werden gekruist met de otterhound, om een hond te creëren die groot genoeg was om op volwassen dassen en otters te jagen. Latere kruisingen met de Ierse terriër en mogelijk de Welsh terriër leidden tot dit formaat en soort hond.
