De borderterriër is een middelgrote terriër met een kenmerkende kop die aan een otter doet denken. Het zijn voornamelijk werkhonden en zo zien ze er ook uit. Ze hebben een ruwe, dichte vacht die allerlei kleuren kan hebben, zoals rood, tarwekleurig, schimmel en taankleurig, of blauw en taankleurig. Volwassen mannetjes zijn gemiddeld 30,5 cm hoog en wegen 6-7 kg. Volwassen vrouwtjes zijn 28 cm hoog en wegen tussen de 5 en 6,5 kg.
De borderterriër is aanhankelijk en liefdevol. Hij is dapper, past zich gemakkelijk aan en kan goed overweg met mensen, vooral met kinderen. Hij is over het algemeen rustig, onafhankelijk en maakt graag zijn eigen beslissingen. De border jaagt graag op konijnen en eekhoorns, maar kan goed samenwonen met andere huisdieren, zolang ze maar rustig worden geïntroduceerd en gesocialiseerd. Deze hond voelt zich thuis op zowel het platteland als de stad.
De borderterriër ontstond in de 18e eeuw en is sindsdien weinig veranderd. Hij werd als werkterriër gebruikt in de Scottish Borders, waar hij op vossen joeg die het vee aanvielen. Hij werd vroeger ook wel reedwaterterriër en coquetdaleterriër genoemd, maar tegenwoordig staat hij bekend als de borderterriër. Op het platteland worden ze nog steeds ingezet als werkhonden, maar in stedelijke gebieden zijn het voornamelijk gezelschapsdieren.
