Zoals de meeste terriërs geniet de Jack Russell over het algemeen een robuuste gezondheid. Echter, zoals veel honden, kan hij last hebben van erfelijke oogaandoeningen. Daarom wordt aanbevolen om uw ogen te laten onderzoeken.
Parson Russell-terriër
De parson russell-terriër is een relatief kleine, actieve en levendige terriër. Hij heeft vrij lange poten, die ervoor zorgden dat hij paarden bij kon houden. Dankzij zijn kleine lichaam kon hij echter ook gemakkelijk in kleine openingen kruipen. Zijn vacht is wit of voornamelijk wit met taankleurige, lemon of zwarte vlekken (meestal op de kop of de staart). Een volwassen reu is ongeveer 36 cm hoog en een volwassen teef 33 cm. Ze wegen ongeveer 5-8 kg.
Wat u moet weten :
- Hond die geschikt is voor baasjes zonder ervaring
- Enige training nodig
- Gaat graag actief wandelen
- Gaat graag een uur per dag wandelen
- Kleine hond
- Minimale kwijl
- Moet wekelijks verzorgd worden
- Geen hypoallergeen ras nodig
- Kletsende en vocale hond
- Waakhond. Blaft en verwittigt.
- Moet misschien getraind worden om met andere dieren samen te wonen.
- Moet misschien getraind worden om met kinderen samen te wonen.
Persoonlijkheid
Over het algemeen is de parson jack russell-terriër een vriendelijke, toegewijde en aanhankelijke hond met veel karakter. Hij is een huisdier voor een actief gezin en moet op jonge leeftijd worden gesocialiseerd, zeker met andere honden en katten. Als je van tuinieren houdt, zul je snel merken dat graven zijn favoriete hobby is!
Oorsprong
Dit ras werd in de 18e eeuw in het Engelse Devon ontwikkeld door Eerwaarde John (Jack) Russell. John Russell werd in 1795 geboren in een familie van vossenjagers. Hij wilde een hond die de paarden bij kon houden, mee kon rennen met de jachthonden en klein genoeg was om vossen uit hun holen te jagen. Toen hij aan Oxford studeerde kocht hij een hond van de melkboer, die perfect was voor dit doel. Waarschijnlijk was dit de eerste hond die jack russell genoemd werd. Toen hij als predikant werkte, spendeerde hij zijn tijd aan de kerk en aan het fokken van terriërs die geschikt waren voor de vossenjacht.