Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.
Your Pet, Our Passion.
Je hond in goede gezondheid houden

Je hond in goede gezondheid houden

leestijd: 6 min

Pups zijn van nature speels, maar leid het enthousiasme van je pup in goede banen, zodat hij zich gezond kan ontwikkelen.

Je hond fit en gezond houden

Elke goede dierenarts zal je vertellen dat voorkomen beter is dan genezen. Voor een goede ontwikkeling van je pup is het niet alleen belangrijk dat je hem voedzame en evenwichtige maaltijden voorschotelt, maar ook dat hij lichaamsbeweging krijgt en dat je zijn gezondheid goed in de gaten houdt. Met name zijn gebit moet regelmatig gecontroleerd worden.

Lichaamsbeweging

In vorm blijven is voor jouw pup even belangrijk als voor jezelf. Gezonde beweging helpt je pup energiek en fit te blijven en een sterk immuunsysteem op te bouwen, zodat hij niet al te vaak ziek wordt. Maar overdrijf niet met die lichaamsbeweging!

In het begin heeft een pup niet meer nodig dan gewoon vrij spelen in de tuin of in een park. De fokker zal je waarschijnlijk een bewegingsprogramma meegeven. Doet hij dat niet, vraag er dan naar. Lichaamsbeweging is niet alleen goed voor de conditie van je pup, ook voor de socialisatie is het van essentieel belang dat je pup vrij kan spelen met andere honden en mensen. Maar vermijd bruut spelen! Zeker bij grotere rassen, want hun gewrichten moeten ontzien worden tijdens de groeifase.

Leer je hond correct aan de lijn te lopen zonder te trekken, ook al ben je niet van plan later veel aangelijnd te gaan wandelen. Met een tuigje kun je wandelen zonder trekken aanleren op een zachte manier. Gebruik nooit een wurghalsband! Die methode is al lang uit den boze. Ze kan heel gevaarlijk zijn, zeker voor een pup. Houd de lichaamsbeweging interessant. Dat maakt het leuker voor jezelf en voor je hond. Drie keer hetzelfde blokje rond 's morgens en 's avonds is saai voor je pup en voor jezelf. Balletjes en speeltjes apporteren (nooit stokken, want dat is gevaarlijk) kan een leuk spel zijn om de aandacht van je pup bij jou te houden. Een grote klassieker is gezinsleden zich laten verstoppen tijdens de wandeling. Daarmee ontwikkel je de speurvaardigheden van je hond. Als je landelijk woont, trek dan niet altijd de natuur in, maar ga ook soms wandelen op straat. Dat zal de nagels van je pup kort houden en zijn gedrag aan de lijn verbeteren.
Doe meer dan alleen wandelen. Er zijn ook andere vormen van lichaamsbeweging. Is er misschien een hondenvijver in de buurt? Sommige rassen, zoals newfoundlanders en retrievers, doen niets liever dan in water plonsen.

Dierenartsbezoek

We gaan ervan uit dat je al een dierenarts in je buurt gekozen hebt. Probeer een afspraak te maken op de eerste dag dat je je pup hebt. Zeg de dierenarts dat je komt voor een gezondheidscontrole van een nieuwe pup. Hij zal dan misschien wat meer tijd inplannen dan de gebruikelijke 10 minuten per consultatie. Houd je pup in de dierenartsenpraktijk op je schoot en weg van de andere honden, want die zijn misschien ziek en een pup is bijzonder vatbaar voor ziektes. Het is een goed idee enkele snoepjes mee te nemen. Je kunt de dierenarts en de assistenten vragen je pup te belonen tijdens het onderzoek.

Tijdens dat eerste bezoek zal de dierenarts je pup aan een algemene gezondheidscontrole onderwerpen en de vaccinaties met jou bespreken. Vergeet dus zeker niet je informatie over eerdere behandelingen mee te nemen (je zou vaccinatiebewijzen meegekregen moeten hebben van de fokker). De dierenarts zal ook meer uitleg geven over ontworming en vlooienbestrijding, identificatie door middel van een microchip en sterilisatie. Stel hem ook alle vragen die je eventueel nog hebt over de gezondheid, voeding, lichaamsbeweging en verzorging van je hond en vergeet niet informatie te vragen over 'puppygroepen' en trainingslessen die daar of in de omgeving gegeven worden.

Regelmatig onderzoek

Pups worden vaak ziek. De meeste ziektes zijn beter en goedkoper te behandelen als je er vroeg bij bent. Het is dus belangrijk dat je zelf maandelijks de gezondheid van je pup controleert. Bovendien kun je altijd beter op de voorhoede zijn. Twijfel niet om met je pup naar de dierenarts te gaan als je denkt dat er iets scheelt. Hier is een lijst van de zaken waarop je moet letten:

Lichaam: Als je het lichaam aftast, moet je de ribben voelen en niets anders. Tussen zijn ribben en zijn heupen moet je pup een 'taille' hebben. Zijn buikje mag niet doorhangen. Klik hier om meer te weten te komen over de lichaamsconditie van je pup.
Oren: De oren moeten proper zijn en mogen geen dik bruin (of groen) oorsmeer bevatten. Ze mogen ook niet ruiken. Bij sommige hondenrassen met lange oren moeten de oren regelmatig gereinigd worden met speciale oorproducten (te verkrijgen bij je dierenarts). Pas op welke reinigingsproducten je gebruikt, want je kleine vriend heeft een heel gevoelige huid. Reinig de oren niet te hard en ga niet te diep. Anders kun je het trommelvlies doorboren.
Ogen: De ogen moeten glanzend en helder zijn. Ze mogen niet tranen, rood zien of ontstoken zijn. Je pup mag niet schrikken van licht, alsof het pijn doet aan zijn ogen. 
Neus: Er mogen geen korstjes op de neus zitten en de neus mag niet lopen noch bloeden. De kleur kan variëren met de tijd. Vaak is dat normaal, maar in sommige gevallen kan een verandering van de pigmentatiekleur ook samenhangen met een gezondheidsprobleem. Het is altijd raadzaam je dierenarts te consulteren als je een verandering opmerkt.
Adem: Een slechte adem kan wijzen op een probleem met de spijsvertering of met het gebit, dat eventueel kan uitmonden in een probleem met de organen. De tanden moeten wit zijn, zonder veel tandsteen (dat maakt de tanden dik en bruin). Het tandvlees moet roze of zwart zijn, niet rood noch opgezwollen.
Huid en vacht: De huid van je pup kan roze of zwart zijn, afhankelijk van zijn natuurlijke pigmentatie. Ze moet vrij zijn van vuil of wonden. De vacht moet glanzen en afhankelijk van het ras meer of minder dicht zijn. Ze mag geen gebroken haren bevatten. Honden kunnen het hele jaar door haren verliezen, maar meestal verliezen ze meer haar in de zomer en in de herfst. Je zult dus een goede stofzuiger nodig hebben! Sommige rassen, waaronder de poedel, ruien niet, maar ze moeten dan weer regelmatig getrimd worden. Als je niet zelf kunt trimmen, zul je in je budget rekening moeten houden met deze kostenpost.
Nagels: De nagels moeten glad zijn en kunnen wit of zwart zijn. Als de nagels ruw zijn en gemakkelijk breken, moet je ze in de gaten houden. Als je de nagels controleert, vergeet dan niet ook te kijken naar de vijfde klauw, die zich iets hoger aan de binnenzijde van de poot bevindt. Sommige honden hebben vijfde klauwen op de voorpoten, andere op de voor- en achterpoten en nog andere hebben er helemaal geen of net dubbele. Vraag of je dierenarts je toont hoe je de nagels van je pup kunt knippen om ze te onderhouden.

Tandverzorging

De tanden en het tandvlees van je pup zijn net zo gevoelig voor ziektes als die van jou. Ze kunnen aan de oorzaak liggen van ongemak, slechte adem en zelfs nier- of hartaandoeningen als ze niet goed verzorgd worden. Gewoon regelmatig poetsen kan helpen tandvleesaandoeningen en tandverlies te voorkomen. Het is beter met deze goede gewoonte te beginnen terwijl je hond nog een pup is, zodat hij er van jongs af aan went. Gebruik een tandpasta voor honden met enzymen (vlees-, munt- en moutsmaak). Gebruik nooit tandpasta die bedoeld is voor mensen.
Begin met gewoon de lippen aan elke zijde van de mond op te heffen en ga dan verder met over de tanden te wrijven met een vinger die in een gaas of een washandje gewikkeld is. Je hoeft de binnenkant van de tanden niet schoon te wrijven of te reinigen. Anders dan bij de mens zet tandplak zich bij de hond hoofdzakelijk aan de buitenkant van de tanden af. Geef de 'patiënt' na elke poetsbeurt een traktatie – hij heeft het verdiend!

Als je hond niet wil dat je zijn mond aanraakt (een veel voorkomend probleem wanneer er te laat begonnen wordt met de tandverzorging), zijn er tal van alternatieve oplossingen: mondhygiëne-gels, verkrijgbaar bij de dierenarts, die enzymen bevatten die de bacteriën remmen die plakvorming veroorzaken; tandwatten die aan het tandvlees blijven kleven; kauwspeeltjes en kauwproducten met een specifieke tandheelkundige formule om tandsteen te verminderen en het tandvlees te masseren. Ook droge voeding kan helpen tandplak en tandsteen te verwijderen.