Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.
Your Pet, Our Passion.

Singapura

De singapura ziet eruit als een kleine Abessijnse kat. De kop is afgerond met een duidelijke aftekening van de snorharen en een korte brede snuit. De oren zijn groot. De ogen zijn groot, amandelvormig en licht schuin. Hoewel singapura's kleine katjes zijn, is hun lichaam stevig en gespierd. De staart is slank met een botte punt. De vacht is kort en glad met zwarte, bruine of ivoorkleurige stroken in elk haar. De haren zijn donkerder op de rug, staart en benen. De borst en buik zijn licht ivoorkleurig. De oogkleur kan hazelnoot, groen of geel zijn.

Wat u moet weten :
  • Speelse, nieuwsgierige kat
  • Vriendelijk, maar zelfstanig
  • Spraakzame kat
  • Elegante kat
  • Moet wekelijks verzorgd worden
  • Geen hypoallergeen ras
  • Beperkt buiten
  • Moet misschien getraind worden om met kinderen samen te wonen

Persoonlijkheid

De singapura is zeer liefdevol en vriendelijk, maar heeft, in tegenstelling tot haar oosterse tegenhangers, een zeer stille stem. Singapura-katten houden van menselijk gezelschap en zitten graag op de knie of schouder van hun eigenaar. Ze lijken te houden van de warmte. Ze zitten graag hoog en zoeken vaak een positie op vanwaar ze een goed overzicht hebben, zoals bovenop boekenplanken of kasten. Ze zijn actief, levendig en altijd bereid om te spelen. Ze leren snel en zijn nieuwsgierig en ondeugend.

Oorsprong

Land van herkomst: Singapore

De singapura komt uit Singapore en zijn naam betekent Stad van de Leeuw, de lokale Maleisische naam voor hun eiland. Deze kat stond bekend als de 'rioolkat' omdat hij vaak in riolen leefde en sliep. Dit is ook de reden waarom de kat een klein gestalte heeft: de singapura-kat is het kleinste kattenras ter wereld. Dit kattenras bestaat zo'n 300 jaar en stamt af van katten van over de hele wereld die in Singapore aankwamen op schepen, waarna ze paarden met de lokale wilde katten. De autoriteiten beschouwden ze als ongedierte en roeide de populatie periodiek uit. In 1974 was deze uitroeiing zo grondig dat slechts drie katten van het ras overleefden. Deze katten werden uitgevoerd naar de Verenigde Staten, samen met een vierde kat die in 1980 werd aangetroffen. Uit deze vier katten werd het erkende ras gesticht.