De gemiddelde Schnauzer kan hartproblemen krijgen en, zoals veel rassen, heupdysplasie (wat de mobiliteit kan verstoren). Er bestaan screeningstesten.
Middenslagschnauzer
De middenslagschnauzer is een middelgrote, potige, gespierde hond met opvallende wenkbrauwen en een snor. Zijn vacht is zwart of peper en zout. Een volwassen mannetje is 48 cm hoog en weegt ongeveer 18 kg. Volwassen vrouwtjes zijn 45,7 cm en 16 kg.
Wat u moet weten :
- Hond die geschikt is voor baasjes met ervaring
- Enige training nodig
- Gaat graag actief wandelen
- Gaat graag een of twee uur per dag wandelen
- Middlematige hond
- Minimale kwijl
- Moet om de dag verzorgd worden
- Geen hypoallergeen ras nodig
- Kletsende en vocale hond
- Waakhond. Blaft, verwittigt en beschermt fysiek.
- Moet misschien getraind worden om met andere dieren samen te wonen.
- Moet misschien getraind worden om met kinderen samen te wonen.
Persoonlijkheid
De middenslagschnauzer is een levendige en actieve hond, die koppig kan zijn. Hij hecht zich gemakkelijk aan één persoon of één gezin en kan last hebben van territoriumdrift. Ook kan hij niet altijd goed overweg met andere honden of huisdieren, dus grondige socialisatie en begeleiding is nodig. Hij zal zijn gezin met zijn diepe blaf snel op de hoogte stellen als er een onbekende op zijn terrein komt.
Oorsprong
Al in de vijftiende eeuw waren schnauzers terug te vinden in beeldhouwwerken en andere kunstvormen. De middenslagschnauzer is het ras waar de miniatuurschnauzer en de riesenschnauzer van afstammen. Ze komen oorspronkelijk uit Zuid-Duitsland en nabijgelegen regio's in Zwitserland en Frankrijk. Hij werd oorspronkelijk ingezet om op ratten te jagen, maar het bleek al snel dat de middenslagschnauzer een uitstekende waakhond was. De eerste rasstandaard van dit ras werd in 1890 opgesteld.