De Laekense herder is een middelgrote à grote, ruwharige hond met een vrij vierkant silhouet. De weerbestendige vacht is roodachtig met zwarte schaduweffecten, vooral bij de muil en de staart. Volwassen mannetjes zijn 61-66 cm hoog en vrouwtjes 56-61 cm. Ze wegen tussen de 27,5 en 28,5 kg.
Als huisdier is de Laekense herder zeer toegewijd. Hij is graag bij zijn gezin en wil overal bij betrokken worden. Hij is aanhankelijk richting zijn baasjes en beschermt zijn huis en familie. Dit instinct zit er van nature in en hoeft niet te worden aangemoedigd. Voor alle honden met een waakinstinct, en dus ook voor Laekense herders, is het essentieel om ze vroeg te laten socialiseren. Als ze niet op jonge leeftijd positieve ervaringen hebben met andere honden, zullen ze snel ruzie zoeken.
Er zijn vier soorten Belgische herdershonden: de Laekense herder, de groenendaeler, de Tervuerense herder en de Mechelse herder. Ze zijn vernoemd naar de Belgische regio's waar ze vandaan komen. De Laekense herder is de zeldzaamste van deze vier soorten. Ze werden oorspronkelijk gebruikt om vee te hoeden en linnenvelden te beschermen, waar waardevolle kleding in de zon en de regen werd neergelegd. Dankzij hun ruwharige vacht waren ze ideaal om in alle weersomstandigheden buiten te zijn. Tegenwoordig worden ze in België gebruikt door het leger en de politie.
