De Bengaalse kat is een grote, gespierde kat met een dikke staart die laag hangt. Het wilde uiterlijk van de Bengaalse kat wordt nog versterkt door zijn kenmerkende dikke, weelderige, gevlekte of gemarmerde vacht. Zijn brede kop heeft kleine oren en een uitgesproken aanzet van de snorharen. De ogen hebben een zwarte rand en zijn amandelvormig. De staart is dik en loopt uit in een zwarte punt. Er is geen ander kattenras met het gouden of parelmoeren schijnsel van Bengaalse katten. Dit ras kan zeer veeleisend zijn, door hun hoge activiteitsgraad.
Bengaalse katten zijn liefdevol. Ze hebben een zeer energieke, speelse natuur. Bengaalse katten zijn intelligent en lijken alles om hen heen te bekijken als potentiële speeltjes. Ze zijn behendig, klimmen graag en hebben stem die lijkt op kirren of tsjilpen. Bengaalse katten zijn een zeer vocaal ras en hebben een brede woordenschat die soms nogal schril kan zijn, vooral in onbekende situaties. Ze hebben overdag gezelschap nodig om verveling te voorkomen, evenals mogelijkheden om te klimmen en te jagen.
Land van herkomst: Verenigde Staten
De Bengaalse kat is een relatief nieuw kattenras dat oorspronkelijk is ontstaan in de Verenigde Staten, door het kruisen van een Aziatische luipaardkat met een huiskat. De Bengaalse kat ontleent zijn naam aan de Latijnse naam van zijn wilde voorouder Felis Bengalensis (Aziatische luipaardkat). Het doel bij de ontwikkeling van het Bengaalse kattenras was om een sterke fysieke gelijkenis te behouden met zijn mooi wilde voorouder, en tegelijkertijd een aangename en betrouwbare gezelschapskat te creëren.
