Oosterse langharen hebben een lang, licht en elegant lichaam, zoals de Siamese kat. Ze hebben een driehoekige, wigvormige kop en oren. De vacht is lang en zijdezacht, maar in tegenstelling tot de Perzische kat hebben ze geen wollige ondervacht. Daarom staat dit ras officieel bekend als een halflangharig ras. De staart heeft een prachtige pluim. Het spectrum mogelijke vachtkleuren omvat alles van egale kleuren tot gestreept. Alle oosterse langharen hebben amandelvormige groene ogen, met uitzondering van de witte oosterse langhaar, die groene of blauwe ogen kan hebben, of zelfs twee verschillende kleuren ogen.
Zoals alle katten van het oosterse type zijn deze katten levendig en sociaal. Dit ras wil altijd weten wat er gaande is. Oosterse langharen zijn praatzame katten die zich makkelijk vervelen en veel aandacht nodig hebben. Deze katten hunkeren naar gezelschap. Dat is iets om rekening mee te houden als je het grootste deel van de dag weg bent. Het kan bijvoorbeeld een oplossing zijn om meerdere katten in huis te halen.
Land van herkomst: Engeland
Andere namen: Buitenlandse langhaar, angora, mandarijn, Britse angora
Oosterse langharen werden oorspronkelijk in de 19e eeuw uit Ankara in Turkije geïmporteerd, en waren de eerste langharige katten die naar West-Europa werden gebracht. Het ras verdween toen de Perzische kat met een vollere vacht in het begin van de jaren 1900 aankwam. In Europa staat een egaal gekleurde oosterse langhaar bekend als een Javaanse kat.
Vóór 2002 stond de langharige Oriental bekend als de Britse Angora. Britse kattenverenigingen hebben het een nieuwe naam gegeven om verwarring met de Turkse Angora te voorkomen. Als de langharige Oosterling in Europa een effen vacht heeft, wordt hij de Javaan genoemd.
